De EU-landen zijn het toch eens geworden over strengere regels voor de CO2-uitstoot van vrachtwagens en bussen. Duitsland dreigde zijn steun in te trekken, waardoor de plannen stuk dreigden te lopen. Maar na de verzekering dat er ruimte blijft voor zulke zware voertuigen op duurzame brandstoffen als waterstof kon de belangrijke EU-lidstaat alsnog instemmen.
De nieuwe regels moeten ervoor zorgen dat ook het zware verkeer gaat bijdragen aan de strijd tegen klimaatverandering. Ze schrijven onder meer voor dat nieuwe vrachtwagens in 2040 90 procent minder CO2 moeten uitstoten. In 2035 zou dat al 65 procent moeten zijn en nog vijf jaar eerder 45 procent.
De transportministers van de EU-landen en het Europees Parlement werden het vorige maand al over de plannen eens. Maar in blessuretijd, nu de Europese besluitvorming binnenkort stilvalt door de naderende Europese verkiezingen, dreigden die de steun van Duitsland te verliezen. Zonder Duitsland zou het voorstel, dat ook al op weerstand stuitte van Italië en een stel kleinere EU-landen, het mogelijk niet halen. De stem van een lidstaat met zo'n grote bevolking weegt zwaar.
Duitsland kwam vorig jaar ook al eens terug van zijn steun voor het uitbannen van de brandstofmotor voor auto's. Tot verontwaardiging van de Europese Commissie en meerdere EU-landen. Ook toen draaide Berlijn bij na de toezegging dat voertuigen op zogeheten e-fuels toegestaan blijven - als ze echt klimaatneutraal zijn.
Duitsland, de bakermat van de verbrandingsmotor, hoopt die met e-fuels in leven te houden. Het was bang dat straks alleen elektrische voertuigen nog mogen, omdat bijvoorbeeld een motor op grijze waterstof indirect wel bijdraagt aan de CO2-uitstoot. Die zou echter toch klimaatneutraal kunnen zijn als die waterstof 'groen' wordt gemaakt.
Het Europees Parlement moet de nieuwe regels nog bekrachtigen, maar het is onwaarschijnlijk dat dat nog misgaat.