De EU-landen willen voorlopig geen strengere regels voor de uitlaatgassen van auto's en bestelwagens. Als de auto-industrie haar energie moet steken in het halen van strengere uitstootnormen komt de overgang naar duurzame auto's in het gedrang, menen ze. Nederland is teleurgesteld.
De EU is op weg om benzine- en dieselauto's uit te bannen om klimaatverandering tegen te gaan. Nieuwe auto's met een verbrandingsmotor mogen vanaf 2035 niet meer verkocht worden. Maar het is zaak tegelijkertijd ook de luchtvervuiling te verminderen, vindt de Europese Commissie. Door stikstofoxiden en fijnstof uit de uitlaat, maar ook door de kleine deeltjes die bijvoorbeeld autobanden verspreiden. De commissie stelde eind vorig jaar voor om de bestaande EU-uitstootnormen aan te scherpen, van het zogeheten Euro 6 naar Euro 7.
Nederland steunde de commissie, maar veel andere lidstaten vonden dat te gortig. Autofabrikanten zouden dan minder toekomen aan de ontwikkeling van de elektrische auto's die de komende jaren de regel worden, vrezen ze. En auto's zouden al gauw honderden tot duizenden euro's duurder worden. De regeringen van de EU-landen vinden nu "een balans tussen strikte vereisten voor de uitstoot van voertuigen en de extra investeringen voor de industrie", meldt voorzitter Spanje namens hen.
"Wij hadden wat meer ambitie gewild", zegt minister Micky Adriaansens van Economische Zaken na afloop van het overleg met haar EU-collega's. "Eigenlijk heb je hiermee te weinig effect, bijvoorbeeld in binnensteden." De vermindering van de stikstofuitstoot van auto's had Nederland bovendien van pas gekomen in zijn zoektocht naar een uitweg uit de stikstofcrisis.
Toch heeft Adriaansens "absoluut" ook begrip voor de bezwaren van de tegenstanders. "Het gaat heel erg om de tijd die je krijgt om dat goed te kunnen doen", zegt ze over de overgang naar schonere auto's. Maar de toekomst van de Europese auto-industrie was juist meer gebaat geweest bij duidelijker normen, daar blijft de minister bij.
De EU-landen gaan nu onderhandelen met het Europees Parlement. Dat bepleitte de afgelopen jaren vaak aanscherping van klimaat- en milieuwetgeving, maar is nu ook verdeeld.