De EU-ministers van Financiën zijn voorzichtig optimistisch over het herstel van de Europese coronacrisis. "In alle landen gaan de cijfers de goede kant op", zei demissionair minister Wopke Hoekstra in Lissabon na afloop van de eerste fysieke bijeenkomst van de ministers in zeven maanden. "Nu door de versnelde vaccinatieprogramma’s de samenleving geleidelijk weer opengaat, zijn de goede cijfers de rode draad."
Toch durft ondanks de zonnige stemming in de Portugese hoofdstad niemand te voorspellen hoe het er de komende maanden uit gaat zien. "We hebben zo’n extreme situatie achter de rug", aldus Hoekstra. "De een maakt zich minder zorgen dan de ander."
Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), zei dat onzekerheden vooralsnog blijven en niet alle lidstaten even snel en krachtig zullen opkrabbelen. Ze waarschuwde dat de pandemie sociale en economische littekens zal achterlaten. Ze verwacht dat de stijgende inflatie in de eurozone van tijdelijke aard is en volgend jaar zal afnemen. De ontwikkeling van de inflatie speelt een rol op 10 juni als de ECB besluit over het monetair beleid.
De Europese Commissie heeft vorige week de groeiprognoses voor de EU voor dit jaar naar boven bijgesteld tot net boven de 4 procent. Commissaris Paolo Gentiloni wees erop dat echter niet te snel met de steunmaatregelen moet worden gestopt.
Naar verwachting zal de commissie begin juni voorstellen de begrotingsregels over schuld en tekorten nog een jaartje los te laten. Hoekstra is daar niet op voorhand tegen. "Het hangt af van de economische ontwikkelingen maar de afspraak was dat de economie daarvoor weer normaal moet draaien. Dat is evident nog niet zo."