De EU-ministers van Financiën zijn sterk verdeeld over de nieuwe begrotingsregels die volgend jaar zouden moeten ingaan. Dat bleek tijdens hun eerste formele bespreking sinds de Europese Commissie in april haar voorstellen voor hervorming van het zogeheten Stabiliteits- en Groeipact (SGP) presenteerde. Toch streven de lidstaten ernaar nog dit jaar een akkoord te bereiken.
Nederland wil geen "politieke mislukking", zei EU-ambassadeur Robert de Groot, die minister Sigrid Kaag verving. Nederland heeft eerder al zorgen geuit over het onderhandelingstempo over met name een geloofwaardige, meetbare daling op de middellange termijn van te hoge staatsschulden in de eurolanden. Die zijn de afgelopen tijd door de pandemie, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis fors opgelopen.
De commissie wil, daarin gesteund door Nederland, de regeringen meer zeggenschap geven in de aanpak van hun schuldenafbouw, als die maar aantoonbaar daalt. Aanvankelijk leek de Duitse minister Christian Lindner zich te isoleren door als enige een voor iedereen geldend percentage op een verplichte jaarlijkse reductie te eisen, van 1 procent van de schuld boven 60 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
Maar in een ingezonden brief in de Duitse krant Die Welt scharen zich nu tien andere EU-landen achter het standpunt dat er 'gezamenlijk gedefinieerde' doelen moeten zijn, zonder overigens percentages te noemen. Het gaat om Bulgarije, Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Kroatië, Luxemburg, Oostenrijk, Slovenië en Tsjechië.
De Groot pleitte tijdens de vergadering onder meer voor verscherping van het toezicht op de begrotingsplannen van de lidstaten en meer transparantie.