Bedrijven van buiten de Europese Unie kunnen niet meer zomaar investeren in de EU als zij gesubsidieerd worden door hun overheid. De EU-lidstaten en het Europees Parlement zijn het in principe eens geworden over nieuwe wetgeving die bijvoorbeeld de overname door een staatsgesteund Chinees bedrijf van een Nederlandse overneming zal bemoeilijken.
"Ieder bedrijf is welkom om zaken te doen in de EU", zegt Eurocommissaris Margrethe Vestager (Mededinging). "Maar iedereen die actief is in de interne markt moet op dezelfde wijze behandeld worden zodat een eerlijk speelveld gegarandeerd is." Ze wijst erop dat Europese bedrijven al zestig jaar met strenge regels te maken hebben als het over subsidies gaat. "Maar tot nu hadden we niet dezelfde regels voor niet-Europese bedrijven, wat betekende dat ze met steun van hun overheid een oneerlijk voordeel in de EU hadden."
Buitenlandse steun voor een bedrijf komt in allerlei vormen, zoals renteloze leningen, onbegrensde staatsgaranties, belastingvoordelen of directe staatsfinanciering, aldus de commissie. De nieuwe wetgeving moet ervoor zorgen dat buitenlandse subsidies de Europese markt niet verstoren.
Het dagelijks EU-bestuur krijgt nu de bevoegdheid om mogelijke buitenlandse staatssteun bij beoogde overnames van Europese ondernemingen door niet-EU-bedrijven te onderzoeken, als het een bedrag van 500 miljoen euro overschrijdt. Dat kan ook bij openbare bestedingen van boven de 250 miljoen euro, indien sprake is van minste 4 miljoen euro financiering door een buitenlandse overheid. Betrokken bedrijven worden verplicht die activiteiten in Brussel te melden.