De Europese Unie is niet klaar voor een mogelijke nieuwe gascrisis, oordeelt de Europese Rekenkamer. De EU heeft wel maatregelen genomen om aan aardgas te kunnen komen als de nood aan de man is, maar niet om dat ook betaalbaar te houden.
De EU leunde voor haar verwarming voorheen sterk op aardgas uit Rusland, maar werd daar afgelopen jaren hardhandig vanaf geholpen. Door de groeiende spanningen met Rusland en uiteindelijk de Russische inval in Oekraïne schoten de gasprijzen in 2021 en 2022 door het dak. De EU stapte vlug over naar andere leveranciers en andere energiebronnen en nam maatregelen om de gasprijs te drukken.
Maar het is maar de vraag of het dankzij die maatregelen is dat de EU gas ging besparen, dat de gasopslagen weer volliepen en de prijs tot bedaren kwam, stelt de Europese Rekenkamer. Door de milde winter stookten burgers en bedrijven sowieso minder. En gasveelvraten als de metaal- en kunstmestindustrie schroefden door de hoge gasrekeningen hun productie terug.
De werking van het prijsplafond dat de EU instelde is volgens de rekenkamer, anders dan het Nederlandse, nooit beproefd. De prijs bleef daar intussen spontaan al onder. Of de gemeenschappelijke inkoop van gas helpt, is volgens de waakhond over de Europese financiën evenmin vast te stellen. De prijspieken in sommige EU-lidstaten waren al geslonken toen het daarvan kwam.
De EU moet de betaalbaarheid van aardgas beter waarborgen, vindt de rekenkamer. En EU-landen zouden bij tekorten moeten kunnen rekenen op andere lidstaten. Sommige weigeren nog steeds te beloven dat ze in zo'n geval te hulp schieten met eigen gas.