De Europese Unie ziet langer af van strafheffingen tegen producten uit de Verenigde Staten die voortvloeiden uit een handelsconflict. De invoerheffingen op tal van Amerikaanse producten zouden vanaf begin 2024 weer gaan gelden, maar Brussel wil onderhandelingen met de VS over een oplossing vergemakkelijken.
Onder de voormalige Amerikaanse president Donald Trump voerden de VS in 2018 importheffingen op staal en aluminium in van respectievelijk 25 en 10 procent. Die tarieven golden ook voor Europees staal, waarop Brussel als tegenmaatregel heffingen invoerde op bijvoorbeeld Harley Davidson-motoren en Amerikaanse sterke drank.
Maar de Europese Unie schortte die strafheffingen in 2021 op, toen onderhandelingen met de VS over een akkoord over duurzamer staal begonnen. Die opschorting verlengt de Europese Commissie nu met vijftien maanden om "constructief" met de VS in gesprek te gaan over een definitieve oplossing voor het handelsconflict. Daarmee is er tot na de Amerikaanse presidentsverkiezingen, waar Trump aan mee wil doen, geen sprake van Europese invoerheffingen die verband hebben met het staalconflict.
Tegelijkertijd praten de twee mogendheden over een akkoord om de CO2-uitstoot van de staalindustrie te verlagen. De EU wil dat de Verenigde Staten als onderdeel van zo'n overeenkomst ook heffingen tegen Europees staal beëindigen. Gebeurt dat niet, dat zou de EU met een klacht naar de Wereldhandelsorganisatie kunnen stappen of de importheffingen weer invoeren.