Het Europees Parlement wil dat er sneller meer laadpalen en -stations voor voertuigen op elektriciteit en waterstof komen dan in voorgestelde nieuwe EU-wetgeving is voorzien. Opladen moet ook betaalbaarder en gebruiksvriendelijker worden. Het parlement wil dat de EU-lidstaten tegen 2024 een plan voor de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen presenteren. Snellaadpalen moeten daar een belangrijk onderdeel van zijn.
Op de belangrijkste snelwegen in de Europese Unie moeten volgens het parlement tegen 2026 gemiddeld om de 60 kilometer laadstations voor elektrische auto’s, bussen en vrachtwagens staan, en tegen 2028 minstens twee laadstations op alle parkings voor vrachtwagens. Voor tanken op waterstof wordt meer tijd genomen. Tegen 2028 moet er volgens het parlement gemiddeld om de 100 kilometer een waterstofstation komen.
De prijs bij het laadstation moet per kilowattuur of per kilo worden weergegeven, stelt het parlement. Dat wil eveneens dat er tegen 2027 één Europees informatiepunt komt voor gegevens over alternatieve brandstoffen, zoals de prijzen, wachttijden en beschikbaarheid bij oplaadstations in de hele Europese Unie. Volgens Europarlementariër Caroline Nagtegaal (VVD) zal het plan uiteindelijk zorgen voor minder ‘laadstress’ voor elektrische automobilisten.
Het parlement stemde ook over doelstellingen voor een schonere scheepvaart en luchtvaart. Zo moeten de grotere Europese havens vanaf 2030 een stroomvoorziening voor schepen aan de kade hebben. Ook luchthavens moeten verduurzamen, bijvoorbeeld door het aanbieden van systemen aan de gate en op platforms, zodat de motoren kunnen worden uitgezet om de uitstoot en geluidsoverlast van gestationeerde vliegtuigen terug te dringen.