De autoverkopen in de Europese Unie zijn vorige maand op bijna 1 miljoen voertuigen uitgekomen. Dat komt neer op een groei van 18,5 procent ten opzichte van mei vorig jaar. Volgens brancheorganisatie van autoproducenten ACEA blijft het marktaandeel van auto's met een benzinemotor nog altijd verreweg het grootst met 36,5 procent.
Vooral in Italië, Duitsland, Frankrijk en Spanje, de grootste Europese automarkten, ging het goed met de verkoop. In de eerste vijf maanden van het jaar gingen de totale autoverkopen in de EU met 18 procent omhoog tot 4,4 miljoen stuks. Dat is echter nog altijd aanzienlijk lager vergeleken met dezelfde periode in 2019, voor de coronapandemie. Toen werden er 5,7 miljoen auto's aan de man gebracht.
Het marktaandeel van volledige elektrische auto's in de EU bedraagt inmiddels 13,8 procent. In totaal werden er vorige maand bijna 130.000 van deze auto's verkocht. Het aantal verkochte benzineauto's bedroeg een kleine 343.000, bijna drie keer zoveel. Volgens de laatste cijfers zijn bijna een kwart van alle nieuwe auto's in de EU hybrides, auto's met een verbrandingsmotor en een elektromotor.
De verkoop van dieselauto's kwam uit op 134.000, een daling van bijna 3 procent. Daarmee daalde het marktaandeel van diesels, van 17,4 procent in mei vorig jaar, tot 14,3 procent. Toch gingen de verkopen van auto's met een dieselmotor in grote autolanden als Italië (plus 24 procent) en Duitsland (plus 3,6 procent) nog altijd omhoog.
In Nederland schoten de autoverkopen in mei met bijna 42 procent omhoog tot 33.135 stuks. Daarbij verdubbelde de verkoop van volledig elektrische auto's ruimschoots. De zogeheten plug-in hybrides lieten een verkoopspurt zien van bijna 50 procent. Het aantal diesels dat de Nederlandse showrooms uitrolde, kelderde met bijna 30 procent tot in totaal 357 stuks.