De Europese aandelenbeurzen gingen maandag flink onderuit door zorgen bij beleggers over de oplopende spanningen rond Oekraïne. Bij schermutselingen aan de Oekraïense grens zouden doden zijn gevallen en pro-Russische separatisten hebben om hulp van Moskou gevraagd bij het uitroepen van de onafhankelijkheid van de afvallige regio's in het oosten van Oekraïne.
De Russische president Vladimir Poetin zegt dat hij overweegt de afvallige regio's Donetsk en Loehansk als onafhankelijk te beschouwen, nadat leiders van die regio's daar op hadden aandrongen. Poetin benadrukt dat hij de regio's niet zou willen annexeren en wil nog deze maandag een besluit nemen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken en zijn Russische ambtgenoot Sergej Lavrov gaan deze week praten over het conflict.
De Amsterdamse AEX-index eindigde met een koersverlies van 2 procent op 729,73 punten. De MidKap zakte ook 2 procent, tot 1026,01 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs verloren eveneens tot 2 procent. Londen hield de schade beperkt tot een min van 0,4 procent. In Moskou kelderde de RTS-index meer dan 13 procent.
In de AEX waren techinvesteerder Prosus en chipbedrijf Besi de grootste dalers met minnen tot 7,2 procent, gevolgd door verfproducent AkzoNobel die 3,5 procent lager werd gezet. Alle 25 hoofdfondsen op het Damrak sloten in het rood.
In de MidKap zette Fugro (plus 4 procent) de opmars voort. De bodemonderzoeker werd voor het weekend al bijna 18 procent meer waard dankzij sterke resultaten. Laadpalenfabrikant Alfen, die vorige week nog flink hoger werd gezet na goed ontvangen cijfers, was de grootste verliezer bij de middelgrote bedrijven met een min van ruim 6 procent.
In Zürich zakte Credit Suisse 2,8 procent. Volgens diverse media zouden gelekte data van de Zwitserse bank de rekeningen hebben blootgelegd van klanten die betrokken zijn geweest bij marteling, drugshandel, witwassen van geld, corruptie en andere ernstige misdaden. De bank spreekt de beschuldigingen tegen.
De euro was 1,1338 dollar waard, tegen 1,1332 dollar bij het slot van de handel op vrijdag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,8 procent tot 92,70 dollar. Brentolie kostte ook 1,8 procent meer, op 95,22 dollar per vat.