Grote bedrijven moeten in de EU maatschappelijk verantwoord ondernemen. De Europese Commissie wil dat wettelijk vastleggen om misstanden in de productie- en leveringsketens, zoals kinderarbeid of milieuschade, op te sporen en aan te pakken.
De wetsvoorstellen die de commissie woensdag in Brussel op tafel legt hebben volgens vicevoorzitter Věra Jourová twee doelen. "Ten eerste, om zorgen weg te nemen bij consumenten die geen producten willen kopen waar bijvoorbeeld dwangarbeid in het spel is of die het milieu vernietigen. Ten tweede, om juridische zekerheid over de verplichtingen van bedrijven te geven."
Het dagelijks EU-bestuur heeft twee groepen ondernemingen in het vizier. Eerst zijn bedrijven met meer dan 500 werknemers en een jaaromzet wereldwijd van minstens 150 miljoen euro aan de beurt om een plan voor gepast zorgvuldigheidsbeleid (‘due diligence’) in hun strategie op te nemen. Ze moeten ook zorgen dat het beleid voldoet aan de internationale afspraken over de strijd tegen klimaatverandering.
Twee jaar nadat de lidstaten de nieuwe richtlijn in nationale wetten hebben omgezet moeten ook bedrijven met minimaal 250 werknemers en een jaaromzet van 40 miljoen euro wereldwijd in risicovolle sectoren zoals de mijnbouw of kledingindustrie aan de nieuwe EU-regels voldoen.
De plannen moeten voor het publiek transparant zijn. Consumenten moeten naar de rechter kunnen stappen als ze vinden dat ze schade hebben geleden door het beleid van het bedrijf. Bestuurders kunnen verantwoordelijk worden gesteld. De lidstaten moeten een nationale autoriteit aanstellen die toeziet op handhaving van de regels en die sancties kan opleggen.
Het midden- en kleinbedrijf wordt buiten schot gehouden maar zal er volgens de commissie toch mee te maken krijgen omdat de grote bedrijven eisen over onder meer arbeidsomstandigheden of milieu contractueel aan hun leveranciers zullen opleggen.
Een aantal lidstaten heeft al nationale regels voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en circa een op de drie grote bedrijven in de EU heeft vrijwillig actie op dit gebied genomen, zoals in Nederland. Maar volgens Brussel is het te weinig en te versnipperd.
Nederland is voorstander van een Europese aanpak. Eind 2019 pleitte toenmalig handelsminister Sigrid Kaag bij het aantreden van de nieuwe commissie ervoor om maatschappelijk verantwoord ondernemen op de Europese agenda te zetten en presenteerde ze bij haar Europese collega’s een notitie over goed ondernemersgedrag.
Europarlementariër Lara Wolters (PvdA), van wie het rapport Due Diligence begin vorig jaar in het Europees Parlement werd aangenomen, is blij dat er nu een wetsvoorstel ligt. "Het belangrijkste is dat moederbedrijven hun verantwoordelijkheid niet meer kunnen afwentelen op de kleinere leveranciers aan de andere kant van de wereld. Alleen op die manier zorgen we ervoor dat bedrijven in de toekomst uitbuiting, kinderarbeid en milieuschade actief zullen tegengaan", zegt ze.