Om een dreigend tekort aan batterijen en elektrische auto's in de EU-landen tegen te gaan, stelt de Europese Commissie voor om gunstige Brexit-afspraken te verlengen tot 2027.
Zonder de verlenging stoppen anders aan het einde van dit jaar onderlinge handelsafspraken met lage importheffingen voor batterijen en elektrische voertuigen. In 2020, toen het Verenigd Koninkrijk uit de EU stapte, waren die gunstige afspraken gemaakt als een overgangsmaatregel.
De uitzonderlijke verlenging van de handelsafspraken geldt wat de Europese Commissie betreft alleen voor elektrische auto's en batterijen en niet voor andere producten. De EU-landen en het Verenigd Koninkrijk moeten zich er nu over buigen of ze dit een goed idee vinden.
De afspraken over de herkomst en de heffing van batterijen en elektrische auto's werden in 2020 gemaakt met de Europese ambitie in het achterhoofd om zelf meer van deze artikelen te gaan produceren. Dat hing ook samen met de groene ambities van de EU-landen. Het uitbreiden van de Europese productie is alleen niet goed gelukt door tegenslagen als Covid-19 en de Russische inval in Oekraïne.
De Europese Commissie wil voor de komende drie jaar ook 3 miljard euro opzij zetten om de batterijfabricage in de EU te stimuleren. Het geld moet gaan naar de meest duurzame producenten.
Na de Brexit in 2020 besluit een speciale overlegraad van het Verenigd Koninkrijk en de EU over gemeenschappelijke belangen en handelsafspraken.
De Europese autobrancheorganisatie ACEA is blij met het voorstel van Brussel. Volgens de organisatie is de deal van "vitaal belang" voor de productie van elektrische auto's in Europa, maar ook voor heel de Europese waardeketen van batterijen. "Als het voorstel niet wordt goedgekeurd, wordt onze export minder concurrerend. Het zou ook een negatief domino-effect hebben op de vraag naar Europese batterijen en accumaterialen", stelt de ACEA.
De brancheorganisatie zegt dat als de deal niet doorgaat, er mogelijk 480.000 elektrische auto's minder geproduceerd worden in Europa de komende drie jaar. Daarmee zou 4,3 miljard euro worden misgelopen. Daarom roept de ACEA de EU-lidstaten op om het voorstel van de Europese Commissie unaniem te steunen.