Industriebedrijven in de eurozone vragen steeds hogere prijzen voor hun producten. De zogeheten producentenprijzen lagen in maart dik 5 procent hoger dan een maand eerder, meldt het Europese statistiekbureau Eurostat. Vergeleken met een jaar eerder zijn de prijzen die de producenten rekenen al met ruim een derde toegenomen.
De sterk gestegen energieprijzen zijn de belangrijkste oorzaak voor de hogere prijzen van producten. Zo zijn olie en gas flink duurder geworden. Producenten van energie vroegen in maart 11 procent meer dan in februari. Ten opzichte van maart 2021 vragen energieproducenten ruim twee keer zoveel. Als de prijzen van de energiesector niet worden meegeteld, gingen de prijzen voor de industrie op maandbasis met een 2,1 procent omhoog en met 13,6 procent op jaarbasis.
Wereldwijd leidt het snelle en sterke economisch herstel van de coronacrisis tot een grote vraag naar grondstoffen, die daardoor schaars en duur worden. Daarnaast zorgt de oorlog in Oekraïne er onder andere voor dat bepaalde grondstoffen minder goed beschikbaar zijn wat zorgt voor extra druk op de prijzen. De producentenprijzen hebben ook een flinke invloed op de inflatie. Bedrijven rekenen het extra geld dat ze kwijt zijn aan energiekosten door aan hun klanten, waardoor de prijzen voor consumenten ook stijgen.
Bij producenten in vrijwel alle eurolanden worden al maanden flinke prijstoenames geconstateerd. Volgens Eurostat lagen de Nederlandse producentenprijzen in maart meer dan 37,2 procent hoger op jaarbasis. Ten opzichte van de voorgaande maand is dat een plus van dik 7 procent.