Verlichtingsbedrijf Signify heeft in het eerste kwartaal duidelijk last gehad van problemen op de Europese markt. Particulieren en bedrijven kochten veel minder producten van de voormalige lichtdivisie van Philips. Daarbij speelde onder andere een verbod op tl-buizen en vergelijkbare lampen het bedrijf parten.
De omzet kwam uit op net geen 1,5 miljard euro, wat gecorrigeerd voor schommelende wisselkoersen en de verkoop van bedrijfsonderdelen een krimp van 10 procent was.
De opbrengsten van de tak van Signify die conventionele lampen verkoopt, daalde met bijna 36 procent. Dat kwam doordat de Europese Unie vorig jaar de verkoop van tl-buizen en andere fluorescentielampen verbood, omdat daar gevaarlijke stoffen in zitten. Ook op de voor Signify belangrijke zakelijke markt voor verlichting daalde de omzet door terughoudende klanten in Europa.
De nettowinst steeg wel, vooral doordat Signify veel minder kwijt was aan rentes. Met 44 miljoen euro viel het nettoresultaat ruim de helft hoger uit.
Signify kondigde begin dit jaar een grote reorganisatie aan waarbij duizend banen verloren gaan. Bijna de helft van die arbeidsplaatsen verdwijnt in Nederland. In combinatie met eerdere ingrepen van Signify kromp het personeelsbestand van het verlichtingsconcern in een jaar tijd met zo'n 3000 werknemers tot een totaal van ongeveer 31.000 personen.
Topman Eric Rondolat zei eerder dat bezuinigingen onvermijdelijk waren door de dalende verkopen, waardoor de kosten per verkocht product te hoog zijn. Nu stelt hij dat de eerste effecten van het bespaarplan zichtbaar zijn. Voor heel 2024 rekent Signify op een verbetering van de winstmarge en betere verkoopcijfers, met name in Noord- en Zuid-Amerika.