De Europese rechter beslecht woensdag een jarenlange strijd tussen Google en de Europese Commissie over een miljardenboete voor misbruik van zijn marktmacht. De zaak is meteen een vuurproef voor de pogingen van de commissie om de macht van grote techbedrijven te beteugelen.
De commissie legde Google in 2017 een boete van 2,4 miljard euro op voor concurrentievervalsing. De Amerikaanse internetreus zou zijn eigen prijsvergelijkingsdienst Google Shopping hebben voorgetrokken in de resultaten van zijn veelgebruikte zoekmachine. Daardoor werden concurrenten weggedrukt, klaagden zij. Google houdt vol dat de zoekresultaten voor onlinewinkelen alleen maar werden aangepast om gebruikers beter van dienst te zijn.
Wie er ook gelijk krijgt van het Gerecht van de Europese Unie, beide partijen kunnen nog in hoger beroep bij het Europees Hof van Justitie. Dat gebeurt in belangrijke zaken als deze ook haast altijd.
De boete voor Google was op dat moment de grootste ooit. Het bedrijf kreeg het record nadien nog steviger in handen met een bijna dubbel zo hoge boete voor misbruik van het mobiele besturingssysteem Android. Ook volgde nog een miljardenstraf voor misbruik van advertentiedienst AdSense. Over die zaken moet de Europese rechter zich eveneens uitspreken.
Het oordeel van woensdag kan grote gevolgen hebben. Krijgt Google ongelijk, dan moet het bedrijf vrezen voor soortgelijke strafmaatregelen voor andere diensten. En voor schadeclaims van concurrenten die dan bewezen achten dat ze benadeeld zijn. Als de commissie verliest, moet zij mogelijk op zoek naar andere wapens om 'Big Tech' aan te pakken.