De Europese Centrale Bank (ECB) moet haar toezicht op kredietrisico’s van grote banken aanscherpen om bankfaillissementen te voorkomen. Dat stelt de Europese Rekenkamer (ERK) in een rapport over kredietrisicobeheer in de bankenunie.
Ondanks de toegenomen inspanningen bij het toezicht op het kredietrisico en de probleemleningen van banken heeft de ECB geen hogere kapitaaleisen opgelegd aan banken met een hoger risico, stelt de ERK. Ook is het toezicht op banken met aanhoudende tekortkomingen in het kredietrisicobeheer onvoldoende aangescherpt, vinden de Europese controleurs.
De ECB houdt het toezicht op 110 grote banken in de twintig eurolanden plus Bulgarije, die samen de bankenunie vormen. De grote banken in deze 21 landen bezitten gezamenlijk bijna 82 procent van de bankactiva in de bankenunie. Deze banken worden elk jaar beoordeeld op de risico’s die ze lopen met kredietnemers die hun leningen niet terugbetalen. Dat kan zijn omdat de leningsvoorwaarden slecht zijn, maar ook het risicobeheer, het bedrijfsmodel en liquiditeit spelen een rol.
De EU werkt sinds 2017 hard aan het terugdringen van risicovolle leningen bij banken, vooral de zogeheten non-performing loans (NPL's). Die worden als oninbaar beschouwd als de kredietnemer minstens negentig dagen niet heeft afbetaald. Algemeen wordt aangenomen dat dit daarna ook niet meer gebeurt. Na de financiële crisis in 2007 was de berg dubieuze leningen tot een recordhoogte van een biljoen euro gestegen.
De ERK stelt dat de ECB ervoor moet zorgen dat banken kredietrisico’s goed beheren "in het belang van het vertrouwen in de banksector en de huidige uitdagende economische omstandigheden". De rekenkamer doet de aanbevelingen nog geen twee maanden nadat in Zwitserland Credit Suisse na een reeks schandalen moest worden gered door zijn concurrent UBS, op aandringen van de regering.
Ook in de Verenigde Staten is het nog altijd onrustig rond de bankensector, waar de middelgrote banken Silicon Valley Bank, Signature Bank en First Republic Bank omvielen. Een van de oorzaken was dat ze zich te weinig hadden ingedekt tegen de risico's van scherp stijgende rentes, die hun oudere beleggingen minder waard maakte. Uit de politiek kwam ook kritiek op de rol van financieel toezichthouders, zoals de Federal Reserve.