Het Europees Openbaar Ministerie heeft een corruptie-onderzoek ingesteld naar de vorige baas van de Europese Investeringsbank (EIB). De 1 januari afgetreden Werner Hoyer heeft een te royale vertrekregeling voor een EIB-medewerker goedgekeurd, schrijft de Financial Times.
De Duitse ex-president van de investeringsbank wordt verdacht van corruptie, misbruik van zijn positie en de verkeerde besteding van EU-gelden, bevestigen EU-bronnen. De tweede verdachte in het onderzoek werkt ook niet meer voor de EIB. Mogelijk gaat het om de ontvanger van de gewraakte vertrekpremie. Het Europees Openbaar Ministerie (EPPO) wil zelf niet zeggen om welke personen het gaat.
De 72-jarige Hoyer was twaalf jaar de hoogste baas van de bank, die namens de EU honderden miljarden investeert. De econoom is begin dit jaar opgevolgd door de Spaanse Nadia Calviño.
Hoyer ontkent de verdenkingen tegenover de Financial Times stellig. Die zouden "gewoonweg absurd en ongegrond" zijn. Hij werkt naar eigen zeggen volledig mee met het onderzoek.
EPPO kwam in actie na een melding van de Europese fraudebestrijdingsdienst OLAF, laat het weten. De EIB heeft de onschendbaarheid van de twee opgeheven, zodat de aanklager zijn werk kan doen. Ook mag EPPO onderzoek doen in EIB-gebouwen en -archieven.