De export van Nederlandse landbouwgoederen is afgelopen jaar uitgekomen op een recordbedrag van 91,7 miljard euro. Dat is 7 procent meer dan een jaar eerder, toen ook al sprake was van een record. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de universiteit van Wageningen.
Nederland is daarmee de op een na grootste landbouwexporteur ter wereld. Alleen de Verenigde Staten exporteren meer agrarische producten. De belangrijkste exportbestemming is Duitsland, daar gaat een kwart van de totale uitvoer naartoe. De cijfers zijn verzameld in opdracht van het ministerie van Landbouw dat ze vrijdag presenteert op een grote landbouwbeurs.
De export van landbouwgoederen bestond vorig jaar voor 66,2 miljard euro uit producten van eigen bodem en voor 25,5 miljard euro uit wederuitvoer van eerder ingevoerde buitenlandse goederen. Met name de landbouwproducten uit Nederland zelf dragen sterk bij aan de economie, in totaal 40,5 miljard euro. De bijdrage van de wederuitvoer is 3,5 miljard euro.
Sierteeltproducten als bloemen, bloembollen, planten en boomkwekerijproducten waren tezamen goed voor een bedrag van 9,1 miljard euro. Daarnaast is voor 8,9 miljard euro zuivel uitgevoerd, dat met een toename van ruim een vijfde veruit de sterkst groeiende categorie is. Vlees was goed voor 8,3 miljard euro en groenten voor 6,7 miljard euro aan exportwaarde.
De import en het handelsoverschot van Nederlandse landbouwgoederen bereikten ook een recordniveau. De landbouwimport groeide met 9 procent tot 62,6 miljard euro.