ASML mag vanaf september bepaalde chipmachines niet meer naar China exporteren. Vanaf die maand gelden de in maart aangekondigde exportbeperkingen, heeft minister Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel) bekendgemaakt.
De regeling is vrijdag in de Staatscourant gepubliceerd. In maart kwam naar buiten dat er een nationale vergunningsplicht gaat gelden voor bepaalde machines waaronder de meest geavanceerde Deep Ultra Violet (DUV) immersie lithografie en depositie.
"We hebben deze stap genomen vanuit het belang van onze nationale veiligheid. Het is goed dat de bedrijven die het betreft nu weten waar ze aan toe zijn. Zo kunnen zij zich op tijd aanpassen aan de nieuwe regelgeving’’, aldus Schreinemacher.
Ook voor onderhoud van machines zal ASML een vergunning moeten aanvragen. "We kijken elke keer case by case of er onderhoud gepleegd kan worden", aldus de bewindsvrouw. In China staan al honderden DUV-machines van ASML.
Het techbedrijf laat in een verklaring weten dat het niet verwacht dat de beperkingen grote gevolgen voor de omzet en winst zullen hebben.
De exportbeperking kwam er onder druk van de Amerikaanse regering. Die kondigde vorig jaar oktober al aan de uitvoer naar China van zijn eigen chiptechnologie te beperken uit vrees dat de chips gebruikt worden voor militaire doeleinden. Naast Nederland besloot ook Japan de export van bepaalde chiptechnologie aan banden te leggen.
ASML uit Veldhoven is koploper in de wereld als het gaat om de ontwikkeling van chipmachines. Volgens Schreinemacher worden met de regeling de "belangrijkste kwetsbaarheden" aangepakt "zonder dat we de wereldwijde productie van chips onnodig verstoren".
Toen de maatregel in maart bekend werd, verklaarde ASML niet te verwachten dat het een groot effect zou hebben op de financiële resultaten van het bedrijf. De export door ASML is al langer beperkt. De allermodernste machines (EUV) mogen al een paar jaar niet naar China worden uitgevoerd.
Toen de exportbeperking naar buiten kwam, uitte China zijn ongenoegen, maar nam (nog) geen tegenmaatregelen. Minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) zei in mei na een bezoek aan Beijing dat de Chinese regering begrijpt waarom deze stap is genomen.
"Mijn waarneming is dat men het niet toejuicht, niet leuk vindt, maar ook wel begrijpt waarom Nederland het doet. En daarnaast wil men ook graag de technische dialoog voortzetten en dat vind ik een reële vraag van Chinese zijde", zei Hoekstra toen.