Ernst & Young (EY) ziet toch af van het donderdag aangekondigde plan om zijn activiteiten voor boekenonderzoek te scheiden van de consultancydivisie. Het plan, bekend als Project Everest, behelsde onder meer dat adviesactiviteiten en een groot deel van de belastingpraktijk zouden worden afgesplitst in een op zichzelf staand beursgenoteerd bedrijf. De partners van EY konden het echter niet eens worden over compensatie en de middelen die nodig waren om de resterende auditpraktijk te bemannen.
De bedrijfstop vertelde partners dinsdag dat ze wel van plan zijn door te gaan met het leggen van een basis voor een mogelijke splitsing, maar dat er meer tijd en investeringen nodig zijn om dat te realiseren. Volgens The Wall Street Journal werkte EY al maanden aan het plan om de twee divisies van elkaar te scheiden.
In Nederland adviseerde de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) in 2020 onder meer om de inkomstenstromen van advies- en auditdiensten strikt van elkaar te scheiden, om zo belangenverstrengeling te voorkomen. De Britse toezichthouder voor de accountancysector riep de vier grootste spelers in de branche op om advies- en auditdiensten onder te brengen in aparte bedrijven.
EY is in Nederland actief met veertien locaties en vijfduizend medewerkers, onder wie 249 partners. Dat maakt het een van de 'grote vier' accountants- en adviesbureaus, naast KPMG, PWC en Deloitte. De sector heeft na een reeks boekhoudschandalen veel kritiek gekregen op de deugdelijkheid van het boekenonderzoek.