Technologieaandelen leverden maandag flink in waarde in op Wall Street. De inflatieangst bij beleggers leefde duidelijk weer op. Daarbij viel ook het grote koersverlies op van Facebook, dat te maken kreeg met een wereldwijde storing en ander negatief nieuws.
Techgraadmeter Nasdaq zakte 2,1 procent tot 14.255,49 punten. Veel beleggers vrezen dat er door de sterk opgelopen inflatie een versnelde afbouw van het steunbeleid van centrale banken in het verschiet ligt. En daarbij hoort ook het vooruitzicht van een stijgende rente, iets wat voor snel groeiende techbedrijven alom als ongunstig wordt beschouwd.
Facebook leverde bijna 5 procent aan beurswaarde in. Niet alleen Facebook lag er maandag wereldwijd uit door een storing. Ook diensten als Instagram en WhatsApp waren niet beschikbaar. Facebook kon nog niet zeggen wat er aan de hand is. Facebook zag zich afgelopen weekend daarnaast genoodzaakt om zich te verweren tegen beweringen dat het netwerk bijdroeg aan de bestorming van het Capitool in Washington op 6 januari. Dat zou volgens Facebook "belachelijk" zijn, liet een bestuurder van het concern weten vooruitlopend op het optreden van een klokkenluider.
Het sentiment op Wall Street was over de gehele linie negatief, mede door de zorgen rond de Chinese vastgoedontwikkelaar Evergrande. De brede S&P 500 verloor 1,3 procent tot 4300,46 punten en de Dow-Jonesindex ging 0,9 procent omlaag tot 34.002,92 punten.
Maker van elektrische auto's Tesla was wel een opvallende winnaar. De autoproducent maakte dit weekend bekend dat in het derde kwartaal een recordaantal van 241.300 auto's afgeleverd waren. Dat betekende op jaarbasis een stijging met 71 procent, waarbij wel de impact van de coronacrisis in ogenschouw moet worden genomen. Beleggers konden de aankondiging evengoed waarderen en zetten het aandeel een kleine 1 procent hoger.
Ook sectorgenoot General Motors (plus 1,6 procent) stond in de belangstelling. Hedgefonds Engine No. 1 kondigde aan GM te steunen in zijn ambitie om tegen 2035 alleen nog maar elektrische wagens te maken. Daarvoor zal het fonds ook een investering doen. Engine No. 1 verwierf eerder dit jaar bekendheid toen het met succes drie bestuurders met oog voor klimaat in de raad van olieconcern ExxonMobil mocht benoemen.
Een vat Amerikaanse olie kostte 2,3 procent meer op 77,62 dollar. Brentolie werd 2,5 procent duurder op 81,29 dollar per vat. De euro was 1,1621 dollar waard, tegen 1,1616 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.