Facebook was donderdag een uitblinker op Wall Street, na beter dan verwachte cijfers van het socialmediabedrijf. Beleggers in New York verwerkten ook resultaten van een groot aantal andere toonaangevende ondernemingen, zoals Tesla, Microsoft en General Electric (GE).
De Dow-Jonesindex eindigde licht lager op 24.999,67 punten. De brede S&P 500 steeg 0,9 procent tot 2704,15 punten. De technologiebeurs Nasdaq klom 1,4 procent tot 7281,73 punten.
Facebook liet sterke groeicijfers zien ondanks de reeks privacyschandalen die het bedrijf dwars zaten. Het aantal dagelijkse gebruikers steeg flink en er werd een recordwinst in de boeken gezet. De koers van Facebook won bijna 12 procent.
Tesla verloor 0,6 procent. De maker van elektrische auto's verraste met het nieuws dat financieel directeur Deepak Ahuja vertrekt en opgevolgd wordt door de 34-jarige Zach Kirkhorn. Tesla boekte wel voor het tweede kwartaal op rij winst en het bedrijf zegt voldoende geld in kas te hebben. Softwareleverancier Microsoft deed goede zaken met zijn clouddiensten en zette een winst in de boeken. Desondanks verloor het Amerikaanse bedrijf 1,8 procent aan beurswaarde.
Industrieel concern GE zag het verlies over heel 2018 stijgen, maar boekte een bescheiden winst in de laatste drie maanden. Ook maakte GE bekend een schikking te hebben getroffen met de Amerikaanse justitie over zijn voormalige hypotheekverstrekker WMC. GE sprong 11,6 procent omhoog.
Andere bedrijven die de boeken openden, waren bijvoorbeeld creditcardaanbieder Visa (min 1,9 procent) en branchegenoot Mastercard (plus 3,5 procent), chemiebedrijf DowDuPont (min 9,2 procent), uitzender ManPower (plus 4 procent), pakketbezorger UPS (plus 4,2 procent), chipmaker Qualcomm (min 1,3 procent) en olieproducent ConocoPhillips (plus 3 procent).
Intel zakte 0,9 procent. De chipgigant heeft Robert Swan benoemd tot topman van het bedrijf. Hij trad vorige zomer al aan als tijdelijke opvolger van toenmalige topman Brian Krzanich, die moest terugtreden wegens een relatie op de werkvloer.
De euro stond op 1,1447 dollar, tegen 1,1452 dollar in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 0,4 procent tot 54,01 dollar. Brent werd 0,4 procent duurder op 61,89 dollar per vat.