Jerome Powell, het hoofd van de Amerikaanse koepel van centrale banken Federal Reserve, wil later deze maand de rente verhogen. Nu staat het belangrijkste tarief nog op een historisch laag niveau omdat de 'Fed' de economie wilde stimuleren tijdens de coronapandemie. Met de hoge inflatie en lage werkloosheid vindt Powell het tijd om een rem te zetten op het beleid van goedkoop geld, alhoewel de oorlog in Oekraïne ook voor veel onzekerheid over de economie zorgt.
Volgens Powell is een renteverhoging "gepast" vanwege de extreem krappe arbeidsmarkt, liet hij leden van het Huis van Afgevaardigden weten tijdens zijn halfjaarlijkse getuigenverklaring tegenover het Congres. Een renteverhoging moet de prijzen stabiliseren, waardoor er langer sprake zal zijn van economische groei. Te sterke inflatie raakt de koopkracht van consumenten en de ruimte om de investeren voor bedrijven, wat de groei kan raken.
De Russische inval in Oekraïne dreigt de inflatie juist verder aan te jagen, doordat prijzen voor energie, metaal en graan stijgen door de oorlog. Powell gaf toe nog weinig zicht te hebben op de impact van de oorlog op de Amerikaanse economie. "Geschikt monetair beleid voeren vereist in deze situatie de erkenning dat de economische ontwikkeling onverwachte wendingen neemt."
Powell zei later tijdens de hoorzitting een verhoging met een kwart procentpunt te steunen, maar open te staan voor een stevigere rentestap als de situatie daar om vraagt. Op financiële markten was dit al de algehele verwachting. Nu ligt het belangrijkste rentetarief van de Federal Reserve nog tussen de 0 en 0,25 procent.
Doorgaans remt een verhoging van de rente de inflatie, omdat lenen dan duurder wordt waardoor de toestroom van geld in de economie minder wordt. De afgelopen maanden hebben de Verenigde Staten en Europa te maken gehad met de hoogste inflatiecijfers van de afgelopen decennia. Dat komt voor een groot deel door dure energie. Powell verklaarde nogmaals te verwachten dat de prijsstijgingen in de loop van het jaar minder hevig worden.