De financiële positie van pensioenfonds ABP is in februari gedaald tot ver onder het kritische niveau door de wereldwijde angst voor het nieuwe coronavirus. Ook andere grote fondsen hebben het zwaar, omdat de aandelenkoersen afgelopen tijd flink zijn gekelderd. Hierdoor dreigen pensioenkortingen voor heel veel Nederlanders.
De zogeheten dekkingsgraad van ABP, het grootste fonds van het land, is afgelopen maand gedaald met 5,4 procentpunt tot 88,7 procent. Dit betekent dat ABP voor elke euro die het ambtenarenfonds in de toekomst aan pensioenen moet uitkeren, minder dan 89 eurocent in kas heeft.
Ook bij zorgfonds PFZW staan de zaken er slecht voor. Daar daalde de graadmeter tot 90,4 procent, van 95,7 procent eind januari. Bij de metaalfondsen PME en PMT zakte dekkingsgraad eind vorige maand tot 92,3 procent.
Door onrust op de financiële markten deden de fondsen minder goede zaken met hun beleggingen. Ongerustheid van beleggers sloeg om in paniek en daardoor kregen de aandelenbeurzen flinke klappen. Daarnaast was er bij beleggers sprake van een vlucht naar veilige havens, wat de rente verder deed dalen.
De grote fondsen hoeven dit jaar mede door tijdelijke ingrepen van de overheid geen kortingen door te voeren, maar de kans bestaat dat de pensioenen komende jaren alsnog omlaag moeten. In de sector wordt daarom met smart gewacht op de nadere uitwerking van het pensioenakkoord dat het kabinet, de werkgevers en de vakbonden vorig jaar overeenkwamen.
In de lopende pensioenonderhandelingen wordt inmiddels gekeken naar de mogelijkheid om de rekenrente in de toekomst te laten vallen, bevestigde het ministerie van Sociale Zaken eind vorige maand. In ruil daarvoor zou de zogenoemde pensioenaanspraak, die inhoudt dat mensen een bepaald bedrag als uitkering in het vooruitzicht wordt gesteld, verdwijnen.