'Flexsector eind 2021 nog niet op niveau van voor de crisis'

De flexbranche zal ook na volgend jaar nog niet op het niveau zijn van voor de crisis. Volgens het Economisch Bureau van ING zal het herstel volgend jaar "krachtig" zijn, maar niet goed genoeg om de crisisklap van dit jaar volledig te boven te komen.

Door de crisis is er volgens ING enerzijds meer behoefte aan een flexibele schil bij bedrijven. Anderzijds komt er mogelijk in de loop van volgend jaar nieuwe en strengere regelgeving om flexwerkers beter te beschermen. Dat moet zorgen voor een een "gelijker speelveld" op de arbeidsmarkt, maar heeft uiteindelijk ook consequenties voor de flexbranche. Dit omdat de tarieven voor uitzendwerk als gevolg van de regels 5 tot 10 procent zullen stijgen. Daarmee worden uitzendkrachten minder aantrekkelijk voor bedrijven.

ING rekent er evengoed op dat de sector volgend jaar 10 procent zal groeien. Daarbij merken de economen op dat de flexbranche vaak als een van de eerste profiteert van het herstel van crises. Dat toont ook het verleden aan, aldus ING.

De coronacrisis zorgt onder meer voor een verschuiving van de werkgelegenheid, omdat in sommige sectoren overschotten ontstaan, en in andere sectoren tekorten. Omscholing en begeleiding van werk naar werk worden steeds belangrijker. Dit biedt voor uitzendorganisaties voldoende kansen, concluderen de economen.

Verder merkt ING op dat het verdienmodel van de flexbranche onder druk staat. Dit komt mede door concurrentie van zzp’ers en online platformen. Verder zijn er misstanden in de huisvesting van arbeidsmigranten en is er sprake van doorgeschoten flexibiliteit.