Door de coronapandemie wordt er flink minder gepind in Nederland. Volgens cijfers van het economisch bureau van ING lag het aantal pintransacties vrijdag bijna een kwart lager dan een jaar eerder. De terugval komt met name door de tijdelijke sluiting van veel publieke plekken, zoals restaurants, cafés, bioscopen en sportclubs.
Vooral in de vrijetijdsbestedingsbranche en in kleding- en schoenenzaken werd fors minder met de pinpas afgerekend, met minnen van respectievelijk 83 en 72 procent. Doordat veel mensen dicht bij hun eigen huis blijven, merkte ING ook een flinke daling (min 46 procent) in het aantal pintransacties in het vervoer.
Op andere plekken werd juist vaker gepind. In speelgoedwinkels vonden afgelopen vrijdag 10 procent meer pinbetalingen plaats. Nu veel kinderen thuiszitten, vinden artikelen uit deze winkels kennelijk veel aftrek, constateert ING. Supermarkten (plus 5 procent) en doe-het-zelfzaken (plus 2 procent) zagen ook meer pintransacties.
ING baseert zich op geanonimiseerde data van pintransacties van particuliere ING-klanten. Het verloop van deze transacties geeft volgens de bank een goed beeld van de actuele consumentenbestedingen. Dat kan helpen bij het duiden van de impact van het coronavirus op de verschillende sectoren van de Nederlandse economie, denken economen van het financiële concern.
Eerder, rondom de eerste aanscherping van de coronamaatregelen op 12 maart, merkte ING nog dat er even ongeveer 10 procent meer werd gepind in Nederland. Dat kwam vooral doordat consumenten toen extra vaak pinbetalingen deden in supermarkten, waar massaal werd gehamsterd.