Vakbonden FNV, CNV en De Unie zijn boos over een cao-akkoord voor uitzendwerk dat werkgevers hebben gesloten met een andere bond, LBV. Die overeenkomst kwam kort nadat de drie grotere bonden uit onvrede waren weggelopen van de onderhandelingstafel. Ze eisen nu dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de overeenkomst tussen LBV en uitzendbureaus nietig verklaart.
Volgens FNV, CNV en De Unie is de relatief kleine LBV niet onafhankelijk. Om die reden zouden de afspraken met brancheorganisatie ABU en NBBU niet algemeen verbindend moeten zijn, schrijven ze aan minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken.
LBV bereikte met de werkgevers een akkoord over de verlenging van de bestaande cao voor uitzendwerk, zonder wijzigingen, tot 1 oktober. De huidige cao loopt dinsdag af, dus zou volgens LBV een overeenkomst over de verlenging noodzakelijk zijn. Het is overigens helemaal geen zeldzaamheid dat cao's verlopen zonder dat er al een nieuw akkoord is gesloten. De oude afspraken blijven dan gelden.
De drie vakbonden die nu protest aantekenen, stopten onlangs hun onderhandelingen over een nieuwe cao voor de naar schatting ruim 1 miljoen mensen die in Nederland uitzendwerk doen. Werkgevers deden volgens hen te weinig om de arbeidsvoorwaarden gelijk te trekken met die van vast personeel. Ze eisten onder meer loondoorbetaling voor uitzendwerkers als er tijdelijk geen werk voor ze is.