Vakbond FNV daagt een andere vakbond, de Landelijke Belangen Vereniging (LBV), voor de rechter omdat die niet onafhankelijk zou zijn. De grootste vakbond van Nederland hoopt met de rechtszaak te kunnen bewijzen dat LBV geen cao's zou mogen afsluiten. LBV spreekt de beschuldiging tegen en zegt "nooit en te nimmer" afhankelijk te zijn geweest van werkgevers of werkgeversorganisaties.
FNV stelt dat LBV weinig leden heeft en voor een groot deel afhankelijk is van de financiering van werkgevers, waarmee het een zogeheten gele vakbond zou zijn. Ook zou de bond niet actief optreden in het belang van werknemers en geen stakingen of acties organiseren. "Dit gebrek aan onafhankelijkheid en effectiviteit ondermijnt het recht op effectief collectief onderhandelen en plaatst werknemers in een kwetsbare positie", schrijft FNV.
LBV-bestuurder Marco Stavinga zegt de dagvaarding nog niet te hebben ontvangen, maar noemt de beschuldigingen "opmerkelijk". "Wij sluiten cao's af sinds 1994. Dat wij een gele vakbond zouden zijn, impliceert dat wij door werkgevers zijn opgericht en dat is niet zo", zegt hij. LBV heeft iets meer dan 10.000 leden en bovendien een stakingskas, voegt hij daar aan toe. "Maar staken is een uiterst drukmiddel en dat zet je alleen in als het echt noodzakelijk is. Dat is de afgelopen jaren niet nodig geweest", zegt Stavinga.
De onvrede van FNV over LBV richt zich onder andere op onderhandelingen rond de cao voor uitzendwerk. In 2021 sloot LBV een akkoord daarover met uitzendwerkgevers, terwijl andere grotere bonden waren weggelopen van de onderhandelingstafel. Volgens FNV hangt die "dreiging" nu boven alle onderhandelingen over uitzendwerk.
LBV beklaagt zich over het "klakkeloos roepen en verkondigen van dit soort berichten" door FNV omdat dit schadelijk is voor kleinere vakbonden. De bond hoopt dat een rechtszaak duidelijkheid brengt. "De FNV dreigt al sinds 2021 met een dagvaarding en het wordt wat LBV betreft de hoogste tijd dat een rechter dit geneuzel voor eens en altijd een einde toebrengt."