Zo'n 50.000 werknemers die in het grensgebied van Nederland en Duitsland wonen en werken zouden voortaan coronatestbewijzen moeten krijgen van de GGD. Die oproep doet vakbond FNV aan coronaminister Hugo de Jonge. Grensarbeiders worden volgens de bond financieel gedupeerd doordat de GGD geen testbewijzen verstrekt. Zij worden daardoor gedwongen naar commerciële bureaus te gaan voor een test. Dat kan hen duizenden euro’s kosten.
De testbewijzen zijn nodig omdat de Duitse overheid daar sinds 6 april om vraagt. Duitsland beschouwt Nederland momenteel als hoog risicogebied. Bij het overschrijden van de grens vraagt de Duitse overheid een negatieve coronatestuitslag die niet ouder is dan 72 uur. Dat testbewijs moet in de Duitse taal zijn opgesteld. Hier wordt ook flink op gecontroleerd en de boetes kunnen volgens FNV oplopen tot 25.000 euro.
"Het kan niet zo zijn dat grensarbeiders, onder wie veel arbeidsmigranten, in de handen worden gedreven van dure commerciële testbureaus die wél een bewijs verstrekken. Te gek voor woorden om daar een substantieel deel van je loon voor te moeten gebruiken", zegt FNV-vicevoorzitter Kitty Jong. Ze vindt dat Nederland onvoldoende heeft geanticipeerd op de maatregelen die Duitsland sinds vorige week heeft genomen. "Dé oplossing is dat minister De Jonge de GGD’en opdracht geeft grensarbeiders een standaard, in het Duits opgesteld, gratis testbewijs te leveren."