De opmars van flexcontracten op de Nederlandse arbeidsmarkt heeft in tien jaar tijd 42,5 miljard euro gekost. Dat beweert FNV op basis van eigen berekeningen. Volgens de grootste vakbond van het land bestaat die schade uit lagere inkomens voor flexwerkers, maar ook uit misgelopen werkgeverspremies.
Voor het onderzoek keek FNV naar het aantal mensen met een uitzend- of oproepcontract of een tijdelijk contract. Het aantal werkenden in Nederland met zo'n dienstverband is van 2010 tot en met 2019 met circa een derde gestegen tot bijna 2 miljoen, aldus de vakbond.
De bond, die al lange tijd ageert tegen het toegenomen flexwerk, wijst op berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit 2019. Die wezen uit dat werknemers met een flexcontract per uur gemiddeld 7 procent minder verdienen dan vaste medewerkers met een vergelijkbare baan, leeftijd of achtergrond.
Van de bijna 43 miljard euro aan "maatschappelijke schade" zou 8,8 miljard euro bestaan uit werkgeverspremies voor sociale zekerheid en pensioenen die flexwerkers mislopen. Dat flexwerkers minder verdienen, ligt volgens FNV aan de slechte onderhandelingspositie voor deze groep werknemers, die snel weer op straat kunnen worden gezet. Ook missen ze een deel van de beloningen voor vaste medewerkers, zoals eindejaarsuitkeringen, en groeit het salaris minder snel mee van werkenden die vanuit werkloosheid weer beginnen met werken.
FNV stelt ook dat de overheid zichzelf tekort doet door de arbeidsmarkt te laten flexibiliseren. De schatkist loopt door de loonkloof 12 miljard aan loonbelastingen mis.