Het bedrijfsleven zou een deel van de prijsstijgingen zelf moeten opvangen, om zo het verlies aan koopkracht van Nederlanders te verzachten. Dat oppert voorzitter Tuur Elzinga van vakbond FNV in een reactie op een uitgelekte koopkrachtraming van het Centraal Planbureau (CPB). Vooral mensen met de laagste inkomens moeten daarbij ontzien worden, zegt Elzinga.
"De inflatie is ongekend hoog en raakt vooral de kleinste portemonnees. Lage inkomens moeten extra worden ondersteund, want de huidige 200 euro voor energiekosten is volstrekt onvoldoende", verklaart Elzinga met een verwijzing naar een steunmaatregel van het kabinet voor minima met hoge energierekeningen.
Het CPB gaat ervan uit dat de koopkracht hard achteruitgaat en heeft drie scenario's opgesteld. Het middelste gaat uit van een daling van 2,7 procent, meldden Haagse bronnen aan de vooravond van een nieuwe raming.
Elzinga wil dat het bedrijfsleven terughoudend is met het direct doorrekenen van hoge prijzen voor bijvoorbeeld brandstof, graan of andere grondstoffen bij producten voor de eerste levensbehoeften. Al die zaken zijn door de Russische inval in Oekraïne flink duurder geworden. Rusland is rijk aan grondstoffen als olie, aardgas en metalen en Oekraïne staat bekend als belangrijke graanproducent.
"Er worden nog volop winsten gemaakt en dus kan het bedrijfsleven ook prima een deel van de lasten dragen. Als bedrijven dit niet doen kan de FNV zich een gerichte prijsmaatregel voorstellen die door de overheid wordt opgelegd in deze huidige, buitengewone situatie", aldus Elzinga.