Voor het eerst in drie jaar is de fosfaatproductie uit mest in Nederland weer binnen de Europese normen. De productie bleef het afgelopen jaar 5 miljoen kilo onder het fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilo. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van voorlopige cijfers.
De Europese regels moeten ervoor zorgen dat er niet te veel fosfaat uit mest in de bodem en in grondwater terechtkomt. Fosfaat kan schadelijk zijn voor het milieu. Nederland ging jarenlang echter fors over het fosfaatplafond heen en riskeerde Europese sancties.
Vorig jaar werden daarom afspraken gemaakt met de melkveehouders en varkensboeren om de fosfaatproductie weer binnen de perken te krijgen. Dat zorgde voor een afname van het aantal koeien en een daling van het gehalte fosfor in veevoer.
Van de ongeveer 16.000 melkveebedrijven hebben er een kleine 600 in het kader van het fosfaatreductieplan een vergoeding gekregen voor bedrijfsbeëindiging. De hoeveelheid fosfor in mengvoer daalde met 4 procent tot 4,1 gram per kilo.
De daling van het aantal koeien werd overigens deels tenietgedaan doordat boeren de melkproductie van de resterende koeien opschroefden. Daarvoor werd meer voer gebruikt, wat op zich zelf een stijging van de fosfaatproductie betekende.
Ook de pluimveesector produceerde minder fosfaat. Dat heeft te maken met de fipronil-affaire. Doordat het bestrijdingsmiddel fipronil in legkippen was gevonden werden drie miljoen kippen gedood, waardoor minder mest werd geproduceerd.