De Franse cementfabrikant Lafarge erkent schuldig te zijn aan het steunen van Islamitische Staat. Het bedrijf betaalt het Amerikaanse ministerie van Justitie een boete van 778 miljoen dollar (790 miljoen euro), meldde Lafarge tijdens een zitting in een New Yorkse rechtbank. Het concern wordt er al langer van verdacht de terroristische organisatie te hebben betaald om een fabriek in Syrië draaiende te kunnen houden, maar lijkt dit nu voor het eerst zelf ook toe te geven.
Lafarge, dat later onderdeel werd van de Zwitserse branchegenoot Holcim, erkende eerder al wel tussen 2013 en 2014 bijna 13 miljoen euro aan tussenpersonen te hebben betaald. Maar de aantijging dat het bedrijf medeplichtig was aan misdaden tegen de menselijkheid sprak Lafarge altijd met klem tegen.
Naast IS ging dit geld volgens mensenrechtenactivisten ook naar andere gewapende groepen in Syrië. Het beursgenoteerde Holcim zegt dat de betalingen in Syrië tegen de waarden van het bedrijf indruisen. Het bestuur van het Zwitserse concern zou ook geen weet hebben gehad van de transacties.
In Parijs loopt ook nog een rechtszaak tegen Lafarge vanwege de betalingen aan terroristische organisaties in Syrië. Eerder werd deze aanklacht verworpen, maar na ingrijpen van de hoogste Franse rechtbank willen rechters in het land toch weer dat het concern en leidinggevenden hiervoor worden vervolgd.