De Zwitserse bank UBS heeft de in problemen geraakte branchegenoot Credit Suisse overgenomen. Dat akkoord werd bereikt nadat volgens de Financial Times het bod was verhoogd tot ruim 2 miljard dollar (1,86 miljard euro). De Zwitserse centrale bank (SNB) bevestigde de deal zondagavond en maakte tevens bekend ter wille van de liquiditeit garant te staan voor een lening van maximaal 100 miljard Zwitserse frank (ruim 101 miljard euro).
De overname betekent dat UBS, geleid door voormalig ING-topman Ralph Hamers, maar een fractie betaalt van de marktwaarde waarop Credit Suisse vrijdag eindigde. Die was ongeveer 7,5 miljard Zwitserse frank.
UBS werd door de Zwitserse autoriteiten aangespoord nog dit weekeinde tot overeenstemming te komen, voordat de beurs maandagochtend weer opengaat. Zo konden beleggers gerust worden gesteld en paniek op de markten worden voorkomen. Met de fusie hoopt de overheid het vertrouwen in de bankensector van het Alpenland te herstellen. Eerder zou UBS nog 1 miljard dollar hebben geboden, maar dat vond Credit Suisse te laag.
De Financial Times meldde eerder al dat de Zwitserse regering met noodmaatregelen een versnelde overname van Credit Suisse door UBS mogelijk wilde maken. UBS had onder de Zwitserse regelgeving normaal gesproken zijn aandeelhouders zes weken de tijd moeten geven zich over de overname te buigen. Met de noodmaatregelen kon die consultatieperiode worden overgeslagen.
Wat de gevolgen zullen zijn voor het banenverlies bij Credit Suisse is nog onduidelijk. De Zwitserse vakbond voor bankmedewerkers heeft zondag opgeroepen een taskforce in het leven te roepen. Volgens de bond werken er ongeveer 17.000 mensen voor de bank.