De van fraude verdachte oprichter van de failliete cryptobeurs FTX, Sam Bankman-Fried, heeft er nog een aanklacht bij gekregen. Openbaar aanklagers in New York betichten hem er nu ook van Chinese overheidsfunctionarissen te hebben omgekocht.
Bankman-Fried wordt ervan verdacht fraude te hebben gepleegd bij FTX, door klantentegoeden door te sluizen naar investeringsfonds Alameda Research. FTX en Alameda Research gingen vorig jaar failliet, waarna de oprichter werd gearresteerd in de Bahama's.
Amerikaanse aanklagers stellen nu dat Bankman-Fried in 2021 Chinese beambten heeft omgekocht om rekeningen van Alameda vrij te geven die zij eerder hadden bevroren. De FTX-oprichter zou opdracht hebben gegeven om omgerekend 40 miljoen dollar te betalen aan een of meerdere medewerkers van de Chinese overheid. Daarmee zou hij een Amerikaanse wet tegen corruptie in het buitenland hebben overtreden.
Volgens de aanklagers deden Bankman-Fried en medeplichtigen meerdere mislukte pogingen tot omkoping om weer bij die rekeningen te kunnen. Uiteindelijk zou op aandringen van Bankman-Fried cryptogeld van Alameda's hoofdrekening naar een privéaccount voor digitale munten zijn gegaan. Vlak daarna werden de bevroren rekeningen vrijgegeven.
Bankman-Fried ontkende eerder schuldig te zijn aan het doorsluizen van klanttegoeden bij FTX. Maar drie voormalige zakenpartners hebben wel schuld bekend en werken nu mee met het onderzoek van justitie in de Verenigde Staten. Bankman-Fried wordt er ook van verdacht regels voor de financiering van politieke campagnes te hebben overtreden.
De voormalige FTX-baas is op borgtocht vrij. De voorwaarden daarvoor zijn wel strenger geworden. Zo mag hij voortaan alleen maar met een aangepaste laptop werken waarop de toegang tot internet beperkt is. Slechts een aantal vooraf goedgekeurde websites zijn daarmee bereikbaar. Een technisch adviseur houdt toezicht op het surfgedrag van Bankman-Fried. Ook staat er steevast een bewaker voor zijn deur die in de gaten houdt welke elektronica bezoekers meenemen.