Kledingmerk G-Star moet een Vietnamese fabriek 2,5 miljoen dollar (2,3 miljoen euro) betalen als schadevergoeding voor het plotseling stopzetten van de samenwerking. De textielfabriek moest de deuren sluiten na het plotse vertrek van de Nederlandse denimspecialist. Volgens de rechtbank in Amsterdam staat het miljoenenbedrag gelijk aan de schade die de fabriek daardoor leed.
G-Star had een raamovereenkomst met de fabriek, die Vert heet, waarin de afspraak was dat het kledingmerk in principe niet verplicht was bestellingen te plaatsen. Maar in 2018 maakten de twee bedrijven specifieke afspraken over de productie van kleding in de jaren 2019, 2020 en 2021. Toen de coronapandemie toesloeg annuleerde G-Star veel van de bestellingen voor 2021 en zag het merk af van verdere bestellingen.
Eerder dit jaar oordeelde de rechtbank in een tussenvonnis dat G-Star zijn verplichtingen had geschonden tegenover de Vietnamese fabriek, die onder andere winterjassen maakte. Voor welk schadebedrag het kledingmerk moet opdraaien, was toen nog niet duidelijk.
De 2,5 miljoen dollar is overigens veel minder dan Vert in eerste instantie had geëist. De textielfabrikant wilde eigenlijke bijna 18 miljoen dollar van G-Star.