Alle leden van de G20 steunen een plan om een wereldwijd minimumbelastingtarief in te voeren om te voorkomen dat bedrijven winsten doorsluizen, bleek na afloop van de G20-top in Venetië. De niet eerder geziene consensus moet uitmonden in een grootschalige hervorming van het internationale systeem voor bedrijfsbelastingen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de grootste ondernemingen belasting moeten afdragen in het land waar ze zaken doen.
Er is nog wel veel werk te verzetten voordat het akkoord is uitgewerkt. De deadline daarvoor is bij de volgende G20-bijeenkomst in oktober gelegd. De Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen maande de G20 en andere landen tot haast.
De Duitse minister van Financiën Olaf Scholz had eerder zaterdag al gezegd dat er overeenstemming was in Venetië. Eerder was het de vraag of leden als Rusland en China zouden gaan instemmen.
De G20 is de groep van negentien belangrijke industrielanden en de Europese Unie. De landen van de G20 vertegenwoordigen circa 80 procent van de wereldhandel. Bij de top in Venetië waren ministers van Financiën en centrale bankiers vertegenwoordigd.
Eerder bereikten de landen van de G7 een akkoord op hoofdlijnen. In dat eveneens als historisch geprezen akkoord kwamen de ministers van Financiën van de G7 overeen te streven naar een wereldwijd minimumbelastingtarief voor de vennootschapsbelasting van ten minste 15 procent. Verder mogen winsten van grote bedrijven in landen waar deze worden geboekt extra worden belast.
Het plan, waar G7-landen Frankrijk, Italië, Japan, Canada, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten het eerder eens over werden, had ook al de steun van 130 van de 139 landen die met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) meepraatten over de plannen. Een van die ondertekenaars was Nederland. Demissionair minister Wopke Hoekstra van Financiën was bij de G20-top aanwezig, ook al is Nederland formeel geen lid.