G7-landen spreken vrijdag over prijsplafond voor Russische olie

De ministers van Financiën van de G7-landen praten vrijdag over het door de Amerikanen voorgestelde prijsplafond voor Russische olie. Dat meldde het Witte Huis woensdag. Met de invoering van een maximumprijs willen de grote industrielanden ervoor zorgen dat Moskou minder verdient aan de verkoop van fossiele brandstoffen, waardoor Rusland zijn oorlog in Oekraïne minder goed zou kunnen financieren.

De inkomsten uit olie en gas zijn voor Rusland een belangrijk middel om de oorlogskas te spekken. Hoewel landen als de Verenigde Staten en Canada al hebben besloten geen Russische olie meer te kopen en de EU-landen afspraken hebben gemaakt om eind dit jaar olie uit Rusland in de ban te doen, verdient Moskou nog altijd flink aan de verkoop van brandstoffen, vooral in Azië.

Het idee is om financiële diensten, verzekeringen en het verschepen van olieladingen te koppelen aan een plafond voor de Russische olieprijzen, zo werd eerder gemeld. Als een verlader of importeur van Russische olie deze diensten zou willen afnemen, zou deze zich ertoe moeten verplichten om de olie voor een vastgestelde maximumprijs te verkopen.

Volgens Moskou zou een prijsplafond ervoor zorgen dat de olieprijzen op de wereldmarkt worden opgedreven.