De G7-landen zijn in principe akkoord met een prijsplafond voor Russische olie. Met de invoering van een maximumprijs willen de grote industrielanden ervoor zorgen dat Moskou minder verdient aan de verkoop van fossiele brandstoffen, waardoor Rusland zijn oorlog in Oekraïne minder goed zou kunnen financieren. De G7-landen spraken eerder op vrijdag over het plan dat uit de koker van de Verenigd Staten komt.
"Wij bevestigen onze gezamenlijke politieke intentie om een alomvattend verbod in te stellen op diensten die het zeevervoer van ruwe olie en aardolieproducten uit Rusland wereldwijd mogelijk maakt," aldus de ministers van Financiën van de G7 in een gezamenlijke verklaring. "Het verlenen van dergelijke diensten wordt alleen toegestaan indien de olie en de aardolieproducten worden aangekocht tegen of onder de prijs die is vastgesteld door de brede coalitie van landen die de maximumprijs onderschrijven en toepassen."
Het prijsplafond zou vanaf 5 december moeten gaan gelden. Dat is op het moment dat Europa ook Russische olie in de ban doet. De landen gaven nog geen details over wat de maximumprijs zou moeten zijn.
Het plan van de G7 maakt deel uit van bredere inspanningen om Rusland te straffen voor de invasie in Oekraïne. Het idee is om financiële diensten, verzekeringen en het verschepen van olieladingen te koppelen aan het prijsplafond. Als een verlader of importeur van Russische olie deze diensten zou willen afnemen, zou deze zich ertoe moeten verplichten om de olie voor een vastgestelde maximumprijs te verkopen.
Rusland waarschuwde eerder geen olie meer te verkopen aan landen die maximumprijzen voor Russische olie willen instellen.