Het gebruik van palmolie in biobrandstof is afgelopen jaar in Nederland met 11 procent toegenomen. Dat blijkt uit cijfers van Transport & Environment (T&E), een collega-organisatie van Milieudefensie, die met Europese cijfers op de proppen kwam.
De publicatie gaat vooraf aan de beslissing van de Europese Unie over het gebruik van palmolie voor biobrandstof. Daarover wordt waarschijnlijk volgende week een besluit genomen.
De wereldwijde productie van palmolie is volgens tal van deskundigen een belangrijke factor bij ontbossing en uitputting van landbouwgrond. Ook zijn er zorgen over de arbeidsomstandigheden van landarbeiders, het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de uitstoot van broeikasgassen. Nederland is in de Europese Unie met afstand de grootste handelaar in de omstreden grondstof.
Palmolie wordt in allerlei voedingsmiddelen gebruikt, van pindakaas tot margarine en ijs. Het wordt daarnaast ook gebruikt in shampoo, cosmetica en dus biobrandstoffen. Nederland staat volgens het rapport van T&E ook in de top drie van biobrandstofproducenten, samen met Italië en Spanje. De Nederlandse plus van 11 procent op jaarbasis komt neer op een stijging naar 720.000 ton palmolie.
Het gebruik van palmolie voor biobrandstof stijgt overigens in heel Europa. Circa 39 procent van de palmolie wordt nog verwerkt tot voedsel en verzorgingsproducten. Zowel in Den Haag als door het Europees Parlement is er al gepleit voor een verbod op dit gebruik. Maar de Europese lidstaten liggen dwars.
Volgens Milieudefensie moet Nederland zich keihard inzetten voor een eind aan palmolie voor biobrandstof om het regenwoud te redden. ,,De regering spreekt mooie woorden over klimaat en bosbescherming, maar laat ondertussen toe dat het regenwoud tegen de vlakte gaat voor massale productie van biodiesel in de Rotterdamse haven", aldus de milieuclub.