Gedupeerde Wirecard-beleggers lijden nederlaag bij Duitse rechter

Beleggers in het aan boekhoudfraude ten onder gegane Wirecard hebben geen recht op schadevergoedingen van de Duitse financieel toezichthouder Bafin. Zelfs in het geval dat Bafin blunders zou hebben gemaakt kunnen individuen de waakhond niet aansprakelijk stellen, oordeelde de rechtbank van Frankfurt.

De rechter wees vier aanklachten af van aandeelhouders van de voormalige betalingsverwerker Wirecard. Zij zeggen tussen de 3000 en 60.000 euro te hebben verloren door het faillissement van Wirecard. Het fintechbedrijf, ooit als grote belofte voor Duitse innovatie gezien, erkende in 2020 dat bijna 2 miljard aan bezittingen op zijn balans waarschijnlijk niet bestonden. Daarop viel het bedrijf om.

Het is de tweede rechtszaak tegen Bafin die gedupeerde Wirecard-beleggers verliezen. In totaal lopen er zo'n zestig zaken tegen de financieel toezichthouder, die volgens critici daadkrachtiger had kunnen optreden tegen het beursgenoteerde bedrijf.

Bafin kreeg ook kritiek omdat beleggers van de toezichthouder in 2019 een tijdlang niet mochten speculeren op een koersdaling van Wirecard, het zogeheten shortsellen. Op dat moment waren er al aanwijzingen dat Wirecard had gerommeld met de boekhouding, onder andere door publicaties van zakenkrant Financial Times. Met het verbod op shortsellen beschermde Bafin volgens critici Wirecard, in plaats van de verdenkingen tegen het bedrijf verder te onderzoeken.