De vakbonden en ambachtelijke bakkers worden het maar niet eens over het instellen van een minimumloon voor werknemers van 21 en 22 jaar. Daardoor is de eerder afgesloten cao van de sector nu gedeeltelijk van de baan. Dat melden vakbonden FNV en CNV.
De in mei afgesloten cao Bakkersbedrijf bevatte nog jeugdlonen voor 21- en 22-jarigen. Sinds juli geldt dat als een verboden vorm van leeftijdsdiscriminatie. Daarom moest de overeenkomst worden heronderhandeld, tot nu toe zonder resultaat.
Dit heeft tot gevolg dat de overeenkomst tussen bakkers en hun personeel niet algemeen bindend is verklaard door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daardoor valt een deel van de sector tijdelijk niet onder de cao. Alleen medewerkers van bakkerijen die lid zijn van NVB en NBOV of die de cao noemen in hun arbeidscontract, volgen deze nu. Normaal gesproken geldt de cao voor 38.000 werknemers.
De vakbonden willen dat de lonen van bakkers gelijk worden getrokken door het minimale salaris van 21-jarigen zo hoog te maken als dat van 22-jarigen. De Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemersvereniging (NBOV) vindt dat niet "noodzakelijk". De NBOV stelt voor dat 21- en 22-jarigen in dezelfde loontabel komen als volwassenen, maar de facto wel zo veel verdienen als ze nu doen.