De Britse veerbootmaatschappij P&O Ferries zal niet strafrechtelijk worden vervolgd voor het besluit om eerder dit jaar in een klap honderden werknemers te ontslaan. Dat hebben de Britse autoriteiten bekendgemaakt. Het massaontslag leidde tot grote verontwaardiging in het Verenigd Koninkrijk, ook premier Boris Johnson liet zich heel kritisch uit over de gang van zaken.
P&O, dat ook tussen Rotterdam en Hull vaart, hield in maart plotseling alle veerboten aan de kade en liet het personeel weten dat ongeveer achthonderd mensen met onmiddellijke ingang ontslagen zouden worden. Zij werden vervangen door goedkopere, extern ingehuurde arbeidskrachten.
Dat was volgens het bedrijf, dat vorig jaar 100 miljoen pond verlies leed, nodig om de banen van 2200 anderen te behouden. Topman Peter Hebblethwaite van P&O erkende later bij de sanering regels te hebben geschonden door vakbonden niet in te lichten over het ontslag. Maar gesprekken met de bonden zouden volgens hem alleen maar een schijnvertoning zijn geweest.
Volgens een verklaring van de Britse Insolvency Service heeft er inmiddels grondig strafrechtelijk onderzoek plaatsgevonden, om te kijken of er strafbare feiten zijn gepleegd. De conclusie daarvan is dat er "geen realistisch vooruitzicht is op een veroordeling". Er loopt nog wel een onderzoek voor een mogelijke civiele procedure.
Vakbond voor zeevarenden Nautilus International noemt het uitblijven van vervolging een klap voor de arbeiders die zouden zijn "afgedankt". De situatie is voor de bond extra zuur omdat DP World uit Dubai, de eigenaar van P&O, onlangs juist bekend heeft gemaakt in de eerste helft van dit jaar een recordwinst te hebben geboekt. Dat sterke resultaat was waarschijnlijk wel voornamelijk te danken aan andere takken van het bedrijf die los staan van de veerbootactiviteiten.