Gemengd beeld op Europese beurzen

De Europese aandelenbeurzen lieten donderdag een gemengd beeld zien na de recente verliesbeurten. Vooral de technologiebedrijven waren in trek na een nieuw slotrecord van de Amerikaanse technologiegraadmeter Nasdaq. De aanhoudende toename van het aantal coronabesmettingen in de Verenigde Staten zorgde daarbij voor terughoudendheid.

De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,3 procent hoger op 573,90 punten. De MidKap daalde 0,2 procent tot 763,45 punten. De beurs in Frankfurt steeg 1 procent dankzij een koerssprong van softwaremaker SAP. Parijs won 0,1 procent en Londen daalde 0,7 procent.

Sterkste stijgers in de AEX waren techinvesteeder Prosus en chipbedrijf ASMI met winsten van meer dan 2 procent. ING sloot de rij met een verlies van 1,8 procent. Ahold Delhaize bleef ongewijzigd. Volgens Het Financieele Dagblad heeft het supermarktconcern zakenbank Lazard in de arm genomen om een overname van HEMA te onderzoeken. De eigenaar van Albert Heijn zou met de overname vooral willen voorkomen dat concurrent Jumbo HEMA inlijft.

In de MidKap voerde chipbedrijf Besi de stijgers aan met een plus van 1,7 procent. Vastgoedfonds Eurocommercial Properties stond onderaan met een min van 2,2 procent. Op de lokale markt klom koffieconcern JDE Peet's 1,9 procent dankzij koopadviezen van Deutsche Bank en ING.

SAP dikte 7,7 procent aan in Frankfurt dankzij sterke kwartaalcijfers van de Duitse softwaremaker. Commerzbank zakte 1,7 procent. Topman Martin Zielke vertrekt uiterlijk aan het einde van het jaar bij de Duitse bank. De Nederlander Roland Boekhout geldt als topkandidaat om Zielke op te volgen, maar de bank lijkt ook externe kandidaten te polsen.

Rolls-Royce raakte 8 procent kwijt in Londen. De Britse maker van vliegtuigmotoren heeft zich verzekerd van een krediet van omgerekend bijna 2,8 miljard euro om het bedrijf door de crisis te loodsen. In Parijs daalde Airbus 1,6 procent. De Europese vliegtuigmaker wist in juni geen nieuwe orders binnen te slepen.

De euro was 1,1323 dollar waard, tegen 1,1325 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 0,5 procent goedkoper op 40,69 dollar. De prijs van Brentolie daalde 0,1 procent tot 43,25 dollar per vat.