General Electric (GE) behoorde dinsdag tot de winnaars op de aandelenbeurzen in New York. Het industrieconcern schroefde zijn verwachtingen voor het hele jaar op dankzij sterke resultaten in het tweede kwartaal. Het bedrijf profiteerde onder meer van de sterke vraag naar vliegtuigmotoren door het herstel in de luchtvaartsector. Ook bij GE Renewable Energy, de divisie die onder meer windturbines maakt, nam de omzet flink toe. Het aandeel steeg 3,5 procent.
De stemming op Wall Street bleef voorzichtig. Naast de aanhoudende stroom van bedrijfsresultaten gaat de aandacht vooral uit naar de Federal Reserve. De Amerikaanse centrale bank begint dinsdag aan zijn tweedaagse beleidsvergadering. Na afloop van die vergadering op woensdag zal de Fed vrijwel zeker de rente weer gaan verhogen, na een korte pauze in juni.
Beleggers zijn dan ook met name benieuwd wat Fed-voorzitter Jerome Powell zal gaan zeggen over eventuele toekomstige rentestappen. Op de financiële markten wordt gehoopt dat de Fed de rente in de komende maanden niet nog verder zal gaan verhogen.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel een fractie lager op 35.390 punten. De hoofdindex sloot maandag voor de elfde dag op rij hoger. Dat is de langste winstreeks sinds februari 2017. De brede S&P 500 steeg 0,2 procent tot 4561 punten en techgraadmeter Nasdaq won 0,6 procent tot 14.143 punten.
General Motors (GM) verloor 2,9 procent, ondanks dat de autofabrikant het afgelopen kwartaal meer omzet en winst boekte dan verwacht. Daarop verhoogde GM voor de tweede keer dit jaar zijn prognoses voor heel 2023. De automaker uit Detroit gaat daarnaast verder snijden in de kosten. Die moeten volgend jaar zijn verlaagd met 3 miljard dollar. Eerder streefde het bedrijf nog naar een kostenverlaging van 2 miljard dollar. GM wil onder andere minder uitgeven aan marketing.
Spotify zakte bijna 11 procent. De Zweedse muziekstreamingdienst, die onlangs aankondigde zijn abonnementsprijzen te verhogen, boekte minder omzet dan verwacht. Ook de omzetverwachting voor het huidige kwartaal viel tegen.
De euro was 1,1038 dollar waard, tegen 1,1078 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,1 procent minder op 78,67 dollar. Brentolie werd eveneens 0,1 procent goedkoper op 82,63 dollar per vat.