De economie van de eurozone is in het eerste kwartaal van dit jaar met 0,2 procent gegroeid in vergelijking met de voorgaande periode. Dat meldde het Europese statistiekbureau Eurostat in een voorlopige raming. In het vierde kwartaal van 2021 kwam de groei nog uit op 0,3 procent.
De economie van de eurolanden wordt geraakt door de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, met name de sterk gestegen energieprijzen. Daardoor wordt de koopkracht van huishoudens ondermijnd.
De hoge energieprijzen jagen daarnaast de inflatie aan. Volgens Eurostat steeg de inflatie in het eurogebied in april naar het nieuwe record van 7,5 procent op jaarbasis. Dat was 7,4 procent in maart. Naast de hoge energiekosten zorgen ook de verstoringen in de leveringsketens en hogere voedselprijzen voor een oplopende inflatie.
Voor de gehele Europese Unie bedroeg de groei 0,4 procent, tegen 0,5 procent in de voorgaande periode. Op basis van de beschikbare informatie was binnen de EU in Portugal de sterkste groei te zien (plus 2,6 procent). Duitsland, de grootste economie van Europa, groeide met 0,2 procent. In Italië was sprake van een krimp met 0,2 procent en in Zweden met 0,4 procent. In Frankrijk was er stagnatie. Er waren geen cijfers beschikbaar voor Nederland.
Op jaarbasis groeide de economie van de eurozone met 5 procent en de EU met 5,2 procent, aldus Eurostat.