De Chinese economie gaat gebukt onder de strenge coronarestricties in het land. Die drukten afgelopen maand duidelijk op de consumentenbestedingen. Er kon minder worden gereisd in de vakantieperiode en in de horeca werd beduidend minder uitgegeven. Ook is de stoom er de laatste tijd af in de omvangrijke Chinese industrie.
De winkelverkopen gingen vorige maand slechts met 2,5 procent vooruit vergeleken met dezelfde maand in 2020, terwijl economen in doorsnee hadden gerekend op een plus van zo'n 7 procent. De industriële productie in het Aziatische land is in augustus met 5,3 procent gegroeid, het zwakste tempo in ruim een jaar.
De Chinese economie herstelde vorig jaar opmerkelijk snel van de economische malaise aan het begin van de pandemie. Maar het momentum is de afgelopen maanden afgenomen omdat bedrijven in China worstelen met lokale virusuitbraken, die weer zorgen voor verstoringen in de bevoorrading. Ook zijn de grondstofprijzen flink opgelopen en is er wereldwijd sprake van een chiptekort. Sociale beperkingen in verband met de snelle verspreiding van de Delta-variant van het virus pakken daarnaast ongunstig uit voor de horeca en de entertainmentbranche.
De nieuwe cijfers zijn volgens kenners een tegenvaller. "Tot nu toe hebben de markten de omvang van de groeivertraging aanzienlijk onderschat", zegt econoom Lu Ting van zakenbank Nomura in Hong Kong. De ontwikkelingen vallen samen met een reeks harde overheidsmaatregelen. Volgens de deskundigen zetten die het consumentenvertrouwen extra onder druk. Daarbij worden de investeringen in bijvoorbeeld de bouw hierdoor geremd.
China pakt de laatste tijd allerlei bedrijven aan, waaronder ondernemingen in het vastgoed, de gamesector en de privébijlessector. Zo moeten de bedrijven aan meer regels voldoen om leningen aan te kunnen gaan. Ook legde China beursgangen in de Verenigde Staten aan banden. Dat doet de overheid ten faveure van de socialistische waarden van de Chinese samenleving.