Bouwbedrijf BAM blijft in Nederland last houden van slecht presterende grote infrastructuurprojecten. Dat is dan ook de enige bedrijfstak die volgens de bouwer afgelopen jaar tegenvallende cijfers heeft genoteerd. Andere infrastructuurprojecten, zoals die meer op regionaal niveau, deden het wel goed, net als de woningbouw. Daar zegt BAM te profiteren van de grote woningnood in Nederland.
Behalve in ons land is BAM ook nog veel actief in het Verenigd Koninkrijk. De onderneming is haar activiteiten in het buitenland wel aan het afbouwen, met verkopen van bijvoorbeeld Duitse en Belgische divisies. BAM heeft nu het eerste jaar van een nieuwe strategie erop zitten, die het bedrijf voorspelbaarder, winstgevender en duurzamer moet maken. In dat jaar is volgens topman Ruud Joosten "goede voortgang geboekt".
BAM zag zijn omzet in 2021 op jaarbasis met 7 procent groeien tot ruim 7 miljard euro. De nettowinst werd beïnvloed door gewijzigde belastingregels in het Verenigd Koninkrijk en Nederland en het terugtrekken van investeringen vanuit buitenlandse bedrijfstakken. Voor de rest van dit jaar wordt rekening gehouden met een hogere winstmarge dan vorig jaar het geval was.
"Onze orderportefeuille steunt op een grote vraag naar verbetering van de infrastructuur, huisvesting en duurzame gebouwen", aldus Joosten in een toelichting. "Tegelijkertijd worden we geconfronteerd met aanhoudende, sectorbrede druk in sommige delen van onze toeleveringsketen, waarbij de energiekosten een extra onzekere factor zijn, en met veel competitie om geschoolde medewerkers aan te trekken en te behouden."