Vestas, de grootste windmolenfabrikant ter wereld, waarschuwt dat problemen in de toeleveringsketen en andere logistieke uitdagingen zorgen voor vertragingen van projecten. Ook merkt het Deense concern dat de prijzen van materialen en grondstoffen flink zijn opgelopen, en dat drukt op de marges die het bedrijf maakt. Dan gaat het niet alleen om dure onderdelen van windmolens, maar ook om de gestegen energieprijzen. Daardoor moet Vestas meer kosten maken om windmolens te kunnen bouwen.
In een verklaring spreekt topman Henrik Andersen van uitdagende omstandigheden. Hij denkt dat deze situatie gedurende het jaar zal aanhouden, waardoor de financiële verwachtingen voor 2022 lager uitkomen dan anders het geval zou zijn geweest. Vestas rekent nu op 15 miljard tot 16,5 miljard euro omzet, wat door analisten over het algemeen als een tegenvaller wordt beschouwd.
De onderneming heeft het al enige tijd moeilijk door bijvoorbeeld verstoringen in de internationale scheepvaart. De ontstane tekorten voor sommige materialen komen ook doordat de vraag flink toeneemt als gevolg van het economisch herstel uit de coronacrisis.
Afgelopen jaar telden de opbrengsten op tot 15,6 miljard euro. Vestas heeft daarmee eigenlijk maar nipt aan zijn eerder al naar beneden bijgestelde voorspelling voor 2021 kunnen voldoen. De brutowinstmarge was met 3 procent zelfs beduidend lager dan de eerdere inschatting van 4 procent. Het gaat om voorlopige cijfers. Vestas komt later nog met een definitief jaarbericht.