De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag met duidelijke plussen gesloten. Wall Street kreeg steun van positieve berichten over het Amerikaans-Chinese handelsconflict. Tesla was een opvallende daler na de aankondiging van flink banenverlies bij de fabrikant van elektrische auto's.
De Dow-Jonesindex noteerde aan het slot 1,4 procent hoger op 24.706,35 punten. De brede S&P 500 klom 1,3 procent tot 2670,71 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq won 1 procent tot 7157,22 punten.
Bedrijven die gevoelig zijn voor het Amerikaans-Chinese handelsconflict hadden de wind in de rug. Zo stegen vliegtuigfabrikant Boeing en machinebouwer Caterpillar tot 1,6 procent. Technologiegigant Apple ging 0,6 procent vooruit.
Tesla dook 13 procent in het rood. Het bedrijf schrapt 7 procent van de vaste banen, nadat het personeelsbestand tijdens de productiegroei van de Model 3 flink was gegroeid. Er werken zo'n 45.000 werknemers bij Tesla. Ook stelt topman Elon Musk dat de productie van dat instapmodel versimpeld moet worden.
Eli Lilly verloor bijna 2 procent. De farmaceut neemt een voorziening vanwege tegenvallende resultaten van een geneesmiddel tegen kanker. Daardoor komt de winst dit jaar onder druk te staan.
Verder waren er diverse bedrijven die de boeken openden. Creditcardverstrekker American Express voerde de omzet en winst stevig op en klom 1 procent. Bij onlinevideodienst Netflix (min 4 procent) liep de winst juist terug. Wel werd een recordaantal nieuwe klanten binnengehaald in het afgelopen kwartaal. Toch is er vrees in de markt dat de rek een beetje uit de groei van Netflix is.
Oliedienstverlener Schlumberger publiceerde meevallende resultaten en klom ruim 8 procent. Juweliersketen Tiffany kwam met tegenvallende cijfers over de feestdagenperiode, maar werd wel 5,4 procent hoger gezet.
Op macro-economisch gebied meldde de Universiteit van Michigan dat het Amerikaanse consumentenvertrouwen in januari is gedaald naar het laagste niveau in ruim twee jaar, mede vanwege de voortdurende shutdown van de overheid.
De euro was 1,1365 dollar waard, tegen 1,1363 dollar in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 3,2 procent duurder op 53,75 dollar. Brentolie steeg 2,4 procent tot 62,66 dollar per vat.